Brandweer
1933 is het jaar waarin de bedrijfsbrandweer van de toenmalige Koninklijke Nederlandsche Hoogovens en Staalfabrieken (KNHS), MEKOG en CEMIJ naar ‘Brandweer en Eerste Hulpbrigade’ werd gereorganiseerd. Aanleiding hiertoe was het tragische ongeval in Neunkirchen (Duitsland) als gevolg van een explosie van een steenkolengashouder. Omdat er op het Hoogoventerrein twee qua grootte en inhoud vergelijkbare gashouders stonden (een hoogovengashouder van 40.000 m³ en een cokesovengashouder van 50.000 m³) moesten er ingrijpende maatregelen worden genomen. De brandweercommissie onder leiding van Spies heeft tal van voorstellen aan de Directie gedaan die ook aangenomen werden.
Tot die tijd beschikte het bedrijf over diverse, meestal aangewezen, personen per ploeg in de ploegendienst en dag- en kantoordienst per afdeling georganiseerd. De ploegendienst bestond destijds nog voornamelijk uit een drieploegendienst waarbij in het weekend extra veel uren werden gemaakt. Daarnaast waren, eveneens in de dag- en kantoordienst, afdelingsgewijs ook op vergelijkbare wijze mensen aangewezen. Het materieel waarover men beschikte bestond uit een motorspuit, een brandladder, schuimblusapparaten, een slangen- en gereedschapswagen naast op het bedrijf aanwezige speciaalblusmiddelen, zoals stoomblusleidingen in het Benzolgebouw, handblusapparatuur en opjaagpompen.
F.W.E. Spies werd uiteraard de eerste commandant en wel van 5 september 1933 tot medio 1945. De volgende commandant werd J. Rijkeboer tot 15 juni 1961, waarna A.K. Vroege hem tot 15 februari 1973 opvolgde. Vervolgens werd W. Singer brandweercommandant tot 12 maart 1981 en gaf de scepter over aan P. van Buren die hem vervolgens op 12 januari 1989 doorgaf aan C.S.M. Stolwijk, die op zijn beurt werd opgevolgd door Arie Duineveld op 1 februari 2001. Begonnen met 15 vrijwilligers in 1933 is het corps momenteel uitgegroeid tot een professionele hulpverleningsdienst van 48 man. De brandweer commandant na Arie Duineveld is Chris van Amersfoort.